Groot, groter, grootst

Gistere hebben we uitgeslapen, voor het eerst. We hebben hier in hotel Circus Circus echt een geweldig bed en veel ruimte. Nadat we hebben ontbeten, zijn we met de auto naar een outdoor centrum gereden. Dat is een winkel waar ze van alles verkopen, zoals campingspullen, vissersspullen, wandelkleding, jachtgeweren en nog veel en veel meer. Je keek daar je ogen uit, want ze hadden er ook allerlei opgezette beesten. Giraffen, leeuwen, eenden, tijgers, elanden enzovoort. We hebben daar een slaapzak, koelbox en een luchtbedpomp gekocht, we gaan namelijk nog in een tipi slapen en we hebben maar drie slaapzakken bij voor vijf personen. De luchtbedpomp is gewoon praktisch, want ik moet elke nacht op een luchtbed slapen. Nu hebben we het elke keer opgeblazen, en dat was toch wel veel werk.
Daarna hebben we weer de auto gepakt en zijn we naar een outlet gereden. Die hebben ze hier veel! We zijn daar naar wat kleding gaan kijken. Uiteindelijk heeft Max een shirt gekregen en Juul een nieuw paar all stars. We hadden afgesproken met de familie van den Elzen dat we, als we terug waren, zouden gaan zwemmen. Wij waren uiteindelijk eerder terug, maar niet veel later zij ook. Ook zij hadden inkopen gedaan, en waren met tassen vol thuis gekomen. Het zwembad lag wonderbaarlijk buiten, we hadden gedacht dat het binnen was. Het is hier ongelofelijk heet! Wel 110 Farenheit. En ik heb idee hoeveel graden dat is.
’s Avonds zijn we bij de McDonald’s gaan eten, maar niet zoveel vette hap. Ze hebben hier namelijk ook hele lekkere salades. Toen we klaar waren hebben we de familie van den Elzen opgehaald in een ander restaurant en zijn we naar een aantal hotels gaan lopen. Je kunt hier namelijk alle hotels zomaar binnen lopen. En die hotels zijn echt ongelofelijk groot, vreemd en lux. Eerst zijn we naar het Caesar hotel geweest. Daar hadden ze ronde roltrappen! En een heel winkelcentrum, natuurlijk… Daarna zijn we naar het Venetië hotel geweest. En dat is me toch een groot hotel! Ze hebben daar geprobeert Venetië na te bouwen. Je hebt er grachtjes, waar bootjes in varen (met zingende gondeliers). Ze hebben een winkelstraat waar het net lijkt of je buiten bent. Ze hebben het hele Sant-Marco plein nagebouwd. We hebben daar onze ogen uitgekeken.
Als je hier buiten bent, ’s nachts, kijk je echt je ogen uit. Het is hier echt nooit donker! Er zijn namelijk overal lichtjes die aan en uit gaan. Soms laten ze die dingen overdag ook aanstaan, ze verdienen hier toch genoeg. En overal waar je kijkt zijn casino’s. Iedereen gokt hier ook, en niet zo’n beetje ook. Pappa en Max hebben iemand in ons hotel 100 000 dollar zien winnen, maar dat was dan ook een hoge uitzondering. Kinderen kunnen hier ook gokken, alleen krijgen ze geen geld maar knuffels als ze iets winnen. Je ziet daarom ook bijna ieder kind hier met één of een aantal knuffels lopen.
De Amerikaanse cultuur verschilt echt enorm met die van Nederland. Hier is alles groot, groter en grootst. Als je hier een bord met spaghetti besteld, zouden we daar thuis met zijn vijven van kunnen eten. Kleine auto’s hebben ze hier niet, de meeste mensen rijden in dure, grote bakken. Maar het is wel ongelofelijk leuk om hier te zijn. Onze vakantie is nu al geslaagd, terwijl we nog maar vijf dagen weg zijn. Toch zou ik hier nooit willen wonen, ik hou van ons eigen kleine kikkerlandje.